Herhaaldelijk braken dijken door. Door de geweldige watermassa’s die hiermee gepaard gingen, ontstonden op de plekken van de dijkdoorbraak grote gaten. Zulke gaten konden wel meerdere meters diep zijn. Het materiaal uit deze waaien of wielen zoals deze kolken ook worden genoemd, werd vlak achter de gaten weer neergeslagen. Een van deze kolken is de Breuly, reeds bekend in 1599. Behalve een mooi stukje natuur op de grens van Ooy / Oud-Zevenaar is de Breuly ’s zomers een gewilde zwemplek. Daarnaast gooien vissers er in een ander deel met graagte hun hengeltje uit en heeft sterrenwacht Corona Borealis er een onderkomen.