De Spitfire werd op 22 maart 1940 gevlogen door Flying Officer Claude Mervyn Wheatley uit East Sussex , Engeland. Tijdens deze derde missie had hij de opdracht het Duitse Ruhrgebiet in kaart te brengen. In Duitsland werd het jachtvliegtuig al snel opgemerkt en direct werd alles in het werk gesteld om het uit de lucht te halen.
Op het Gelders Eiland werd het luchtgevecht gevolgd en tot ieders afschuw dook het vliegtuig na vijandelijk vuur naar beneden en boorde zich in de grond. Het lichaam van de piloot werd in Düffelward, een dorpje aan de Duitse kant van de Rijn tegenover Tolkamer gevonden. Zijn parachute zou volgens melding door mitrailleurvuur getroffen zijn en zich daarom niet hebben geopend. Nog dezelfde avond werd F/O Wheatley met militaire eer begraven op de lokale begraafplaats bij de kerk van Düffelward, waarbij een Duitse militaire pastor de grafrede hield. Claude Mervyn Wheatley werd na de oorlog op 25 april 1947 overgebracht naar het Reichswald Forest War Cemetery te Kleef waar hij nu rust in graf 3-F-14. Hij werd 26 jaar.