De Liemers brengt rust
Ooit stilgevallen uit bewondering en verwondering? Het overkwam mij bij de kennismaking met Ben Speijdel. Kwetsbaar, gevoelig en vol emotie, zo kun je zijn pentekeningen kwalificeren. Als er iemand met een goudomrand tekentalent is geboren, is het deze geboren Amsterdammer. Na talloze verhuizingen is hij 8 jaar terug neergestreken in Babberich. “Het was prettig om in verband met mijn activiteiten, het inventariseren en vastleggen van alle begraafplaatsen in de Liemers, in deze regio te wonen. Het is hier goed toeven, lekker rustig en dat heb ik nodig voor mijn werk.”
Ten tijde van Napoleon
Ben Speijdel is historisch cartografisch pentekenaar. Historisch en pentekenaar spreken voor zich, het begrip cartografisch verklaart Wikipedia als volgt: de wetenschap en techniek om ruimte-gebonden informatie in (land)kaarten zichtbaar te maken. Ben: “Al in de Napoleontische tijd waren cartografen bezig met het nauwgezet in kaart brengen van gebieden. Luchtfoto’s bestonden niet, toch was er behoefte aan gedetailleerde overzichten. Van flora tot fauna, van watergangen tot bebouwing, kortom het totale terrein in al zijn facetten werd getekend. Die kaarten waren nodig voor de belastingen en minstens zo belangrijk, gedetailleerde kennis van het gebied werd gebruikt om de verdediging van het land op af te stemmen.”
Rekenschrift was tekenschrift
Ben Speijdel ziet zichzelf als de laatste der Mohikanen in een uitstervend beroep. “Het hele grafische ambacht is ten dode opgeschreven. Helaas is er niemand om het stokje aan over te geven. Ik heb wel eens pogingen gedaan om mensen iets van mijn werk bij te brengen, maar het lukt niet. Tekenen is een gave, net als een groot ruimtelijk inzicht waar ik mee gezegend ben.” Behalve ambachtsman die het schrijven en tekenen met een ouderwetse pen met zelfgemaakte Oost-Indische inkt tot in de puntjes beheerst, beschikt Ben over een groot artistiek talent. Zoals hij zelf zegt “In mijn schooltijd was het rekenschrift een tekenschrift. Altijd en overal was ik aan het tekenen.” Dwingen de uiterste gedetailleerde pentekeningen van de begraafplaatsen bewondering af, zeker zoveel waardering verdienen de prachtige portretten van mens en dier die hij met een zelfde gemak lijkt te maken.
Het was een nog jeugdige Ben die als dienstplichtig militair werd ingedeeld bij de verbindingsdienst. Het duurde niet lang of hij kreeg er een tweede taak bij. “Mijn talenten op gebied van tekenen en ruimtelijk inzicht waren opgevallen en ik werd ingezet als cartograaf voor krijgshistorie. Tot 1977 was ik in vaste dienst en daarna ben ik tot 2007 op contractbasis ingehuurd als specialist krijgshistorie en geschiedenis. In die dertig jaar heb ik de door heel Nederland verspreide defensiegebouwen en kazernes in kaart gebracht en getekend. En nu vullen alle dagen, die zijn lang want ik slaap niet meer dan 3-4 uur per nacht, zich met inventariseren en tekenen van begraafplaatsen.”
De 100.000 gepasseerd
Waarom begraafplaatsen? Ben: “De kiem is gelegd toen ik het graf van mijn moeder wilde bezoeken. Dat bleek geruimd en ik wist het niet. De begraafplaatsadministratie was niet op orde en niemand had mijn vader bericht. Die onverzorgde plek waar eens mijn moeders graf lag, raakte me diep. Graven die maar zo geruimd werden, de laatste rustplaats van een dierbaar iemand die ineens verdwenen bleek zonder dat naasten daarvan op de hoogte waren, dat kon toch niet. Juist met een begraafplaats waar zoveel herinneringen liggen, uiteenlopende emoties boven komen, verhalen te vertellen zijn, moet heel zorgvuldig worden omgegaan. Ik besloot mijn talent voor anderen aan te wenden en begraafplaatsen in kaart te brengen en alles wat er op die specifieke dodenakker ooit was geweest te tekenen en te beschrijven. Dat kan alleen een succes worden als je heel secuur te werk gaat.”
En secuur ging Ben te werk. Opmeten, inventariseren, controleren, checken, archieven uitpluizen, begraafplaatsbeheerders om informatie vragen, niets was en is teveel of te gek voor Ben Speijdel. En alles, letterlijk alles wordt tot in het kleinste detail getekend. Niet zo raar dat Ben de 100.000 tekeningen inmiddels ruimschoots is gepasseerd.
Bij het bekijken van die tot in de finesses juist weergegeven objecten dient zich vanzelf de vraag aan hoe iemand in staat is om zo lang zo’n hoog niveau vast te houden. “Het is mijn levenswerk. Ik ben er altijd mee bezig en het verveelt nooit. Als ik 400 jaar eerder geboren zou zijn, was ik ongetwijfeld monnik geworden.”