Gevoel
Ze heeft haar rode pen ingeruild voor een rode neus en daarmee haar vaste baan in het onderwijs opgegeven om zich meer te richten op de clownerie. Nicole Padberg is contactclown. “Het is niet vergelijkbaar met de circusclown. Dat is een pipo die met te grote schoenen over zijn eigen voeten struikelt en door onnozelheid en wonderlijke strapatsen de lachers op zijn hand krijgt. De clown die ik wil zijn acteert niet, maar zet zijn zintuigen en hart open en reageert sensitief op mensen en op wat hij meemaakt.”
Alles draait om aandacht
Zo’n 16 jaar doceerde ze Frans op een middelbare school, had mentortaken en liep warm voor niet-alledaagse onderwijsinitiatieven als rouwgroepen en mindfulness voor jongeren; ideeën die ze overigens niet verder mocht uitbouwen. “Wellicht liep ik toen wat teveel voor de troepen uit en was de tijd ervoor nog niet rijp, terwijl het zo belangrijk is om ook die zaken op school aan te bieden. Als leerlingen een problematische en onrustige thuissituatie hebben, wat de reden dan ook moge zijn, kan school een rustpunt zijn waar ze zich weer even kind kunnen voelen en een veilige omgeving ervaren. Mijn bijzondere aandacht voor rouw, rouwgroepen en rouwbegeleiding loopt al vanaf mijn 17e, toen stierf mijn vader, als een rode draad door mijn leven. Waar ik me als puber zo gesteund en begrepen voelde door mijn leraren, gun ik jongeren van nu die warmte en genegenheid ook.”
Toon Hermans als voorbeeld
De activiteiten van haar clown Colle heeft ze ondergebracht in ’t Aandacht Atelier. “Aandacht is waar het om draait in het leven. De clownerie waarmee ik mij bezighoud, heeft behalve misschien de rode neus en de soms kleurige kleding geen overeenkomsten met de komische vaak geschminkte clowns die een act opvoeren. De contactclown is van een heel andere orde. Puur, vol verwondering, oordeelloos en met een hart vol liefde. Contact, communicatie en verbinding maken is wat de clown doet. Mensen denken bij een clown vaak aan kinderen, maar clownerie is voor iedereen van 0 – 100. Ik ben graag als rouwclown bij uitvaarten aanwezig. Hoor ik soms mompelen “een clown op de begrafenis, het moet niet gekker worden.” Terwijl die clown niet lekker gek gaat doen, maar door een klein gebaar, verwondering of een beweging voor een kort moment de spanning kan verminderen en zo de sfeer even wat lichter maakt. Dat is het werk van de contactclown. Grote namen die ook als contactclown hun sporen hebben verdiend, zijn Herman van Veen en niet te vergeten Toon Hermans.”
Open houding
Wat maakt een clown zo belangrijk? “Een clown hoeft niets, doet heel vaak ook niets, is er gewoon. Hij is heel zintuigelijk ingesteld en laat binnenkomen wat hij voelt, ruikt, hoort en ziet. Reageert daar vervolgens op met zijn hele wezen. Alles doet mee. Zijn lijf, stem, bewegingen, mimiek, maar ook zijn publiek. De soms wat aangepaste kleding en een rode neus maken het hem mogelijk zich zo duidelijk en genuanceerd mogelijk uit te drukken. Een clown leeft niet vanuit zijn hoofd, maar vanuit zijn hart, waardoor hij ontvankelijk en onbevooroordeeld met lege handen staat en geen dubbele agenda heeft. Dat maakt een clown zo boeiend, grappig en soms ontroerend om naar te kijken.”
Less is more
Mensen met autisme, dementie of het syndroom van Down reageren vaak goed op contactclowns. Hoe komt dat? “Mensen voelen die open en vrije houding, puur en zonder verwachting feilloos aan, ervaren geen belemmeringen en stellen dan ook zichzelf open. Die soms minimale reacties als een vage glimlach, een beweging, soms een traan laten zien dat er even, hoe kort ook, verbinding is. En dat is wat de contactclown voorstaat. Een zelfde belangrijke rol kan de contactclown spelen bij langdurig zieke kinderen of bij kinderen die revalideren of herstellende zijn van forse medische ingrepen. Clown Colle gaat naar de kinderen thuis en dan stroomt het vanzelf. Je moest eens weten wat kinderen clown Colle allemaal toevertrouwen. Dat zijn mooie en kostbare momentjes. Dat vertrouwen, die openheid wil clown Colle bereiken. Stond ik op school vóór de mensen, als clown sta ik naast de mensen.”