Afgetroefd
En wat nu zo mooi is, de eerste echte proef vindt plaats in Lobith, op zandwinningsplas Carvium Novum. Sören: “Het prototype dat we in Lelystad hebben getest, heeft dermate goed uitgepakt dat het tijd is voor een vervolgstap. Rotterdam wilde ons heel graag binnenhalen, Lobith krijgt de primeur. Minder administratieve rompslomp; alle benodigde papieren en goedkeuringen passen in het bestemmingsplan dat nog met de toenmalige gemeente Rijnwaarden is afgekaart, het is prettig dicht in de buurt en kleinschalig.”
Tijd voor actie
Wie zijn deze visionairs die met een presentatie van hun project meedoen aan een groot start-up evenement op de Kleefsewaard? Of die als een van de 32 Kultur- und Kreativpiloten in Berlijn mochten pitchen tijdens een jaarlijks terugkerend evenement voor initiators en creatievelingen?
De jongste van de twee is Sören Knittel, Duits van origine, industrieel ontwerper en in 2014 vanuit Wageningen in Aerdt neergestreken. Sören: “Het vakgebied industriële vormgeving heeft een metamorfose ondergaan. Was een industrieel ontwerper in het verleden voornamelijk druk met het ontwerpen of verbeteren van producten, tegenwoordig wordt hij geacht mee te denken over de ontwikkelingen en bewegingen in de maatschappij. Mondiaal is er veel gaande. Ik hoef de voorbeelden nauwelijks te noemen: rechtstreekse bedreiging van de voedselproductie door klimaatverandering, massale trek van mensen naar steden, de alom toegenomen CO2-uitstoot en een van de belangrijkste, de dramatische afname van landbouwgrond wereldwijd. Hoe moeten de monden van die naar verwachting bijna negen miljard mensen in 2050 gevoed worden? Kunnen we er wat aan doen is geen vraag meer. Wel: wanneer gaan we aan de slag en wàt gaan we doen? Onder de oppervlakte borrelt het, maar het moet sneller. Het is aan de overheid het voortouw te nemen en druk te zetten op het zoeken naar oplossingen. Helaas gebeurt er vanuit die hoek op alle fronten veel te weinig. De mooiste initiatieven komen van particulieren, maar zijn slechts druppeltjes op een gloeiende plaat: tiny houses, moestuinieren op het dakterras, groeiende interesse voor permacultuur. Er is behoefte aan vrije geesten die zich niet laten tegenhouden door doemdenkerij; de weg is geplaveid met hobbels als je zoals wij met niet alledaagse voorstellen komt.”
‘Klaas komt’
De andere helft van het innovatieve duo is Martin Hubers, zestiger, geboren en getogen in Aerdt. In zijn werkzame leven actief als bruggenbouwer, ‘sociaal ondernemer’ zoals hij zelf zegt. “Groepen mensen bij elkaar brengen, zoeken naar passende mogelijkheden voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, daar zette ik mij voor in. Waar het gaat om de floating food farms, is Jasper Grootveld, vrije denker uit mijn jeugd, ras visionair, mijn grote voorbeeld. Hij werd wel de aartsvader van de opstand genoemd, was medebedenker van het Witte Fietsenplan in Amsterdam en bouwer van vlotten van blokken piepschuim. Zijn laatste wapenfeit zijn de drijvende tuinen die Stadsdeel Zeeburg rond de millenniumwisseling bij hem bestelde voor de herinrichting van het Oostelijk Havengebied. Jasper, helaas overleden, leeft zeker nog voort door zijn gevleugelde uitspraak ‘Klaas komt’. Daarmee wilde hij uitdrukken dat het goede in het verschiet ligt. ‘Klaas komt’ zal ook voor ons gelden; iets van zijn spirit hebben we meegenomen in ons project.”
Wat houdt floating food farms in?
Sören: “Op ongebruikte wateroppervlakten zoals in en bij steden, op zee, in ontwikkelingslanden op drijvende eilanden groenten en fruit verbouwen. Dat is de kern van ons project. Onze aarde bestaat voor 70% uit water. Veel daarvan wordt niet gebruikt. Dat ‘onwater’, de natte tegenhanger van onland, kunnen we benutten. Sterker nog, moeten we gebruiken als je de snelheid waarmee landbouwgrond verdwijnt in ogenschouw neemt. We zien voor grote steden als Amsterdam, Rotterdam, Hamburg, Singapore volop mogelijkheden om floating food farms in te zetten. Neem Amsterdam. Situeer de floating food farms aan de buitenkant van de stad, langs de randen van de havens. Tussen de haven/kades en de vaargeulen ligt ongebruikt water, construeer daar die drijvende eilanden. Als een soort moestuinstructuur met kavels waarop sla, andijvie, tomaten etc. kunnen groeien; gemengde culturen die elkaar wat natuurlijke ziektebestrijding betreft aanvullen en waarbij teeltwisseling niet nodig is. Vervoer de opbrengsten met waterfietsen via het bestaande waternetwerk door de stad. Geen CO2-uitstoot, geen vrachtwagens die zich vastrijden, meer groen in de stad, het hele jaar bedrijvigheid. Creëer beleving met een drijvend restaurant en een pluktuin. Organiseer educatieve momenten. Verbind mens, voedsel en locatie. En bij dat alles” zegt Martin “spelen mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een grote rol. In de tuin en het restaurant, op logistiek vlak of bij het construeren van de drijvende eilanden kunnen ze hun steentje bijdragen. In ons concept smelten wetenschap, design en sociale werkvoorziening samen.”
Hoe gaat die groententeelt in zijn werk?
Sören: “Zie de drijvende moestuinen als een soort pontons. Tussen die van piepschuim geconstrueerde frames wordt speciale folie aangebracht, die met een laagje water wordt gevuld. Hierin gaan we groenten kweken. Niet de hele plant komt met water in aanraking, die zou verrotten, alleen de wortels. De voeding halen de wortels uit de aan het water toegevoegde nutriënten (voedingsstoffen). Het blijkt een duurzaam systeem; nauwelijks verspilling van zoet water en met relatief weinig water kunnen de planten groeien. Uitgangspunt bij onze proefopstelling in Lelystad was de vraag of met op water gekweekte groenten een gezonde vegetarische maaltijd samen te stellen is. Het antwoord is volmondig JA. Op de floating food farms komen geen dieren.”
Zoet en zout water
“De WUR was meteen enthousiast toen we contact voor ons plan zochten. Twee groepen studenten zijn elk met andere onderzoeken van start gegaan. De ene groep zette in op de vraag wat kan groeien op stilstaand zoet water. Anderen concentreerden zich op activiteiten op zee, zout water. Het zoetwateronderzoek heeft in Lelystad plaatsgevonden. Onderzoek naar mogelijkheden op of in zout water wordt steeds pregnanter. Ons water, zeker ook in de havenmondingen is aan het verzouten. Dat betekent dat planten zich moeten aanpassen. Is uit studies gebleken dat floating food farms op zee aan andere voorwaarden moeten voldoen dan die dichter bij land, ook de mogelijkheden verschillen. Zo lijkt het telen van sla boven water en tegelijkertijd de teelt van zeewier onder water nu slechts een gedachtenspinsel, in de toekomst zullen die gecombineerde teelttechnieken zeker haalbaar zijn.”
Meedenken-meewerken-meedoen
Martin: “Het leuke aan dit project is de enorme poule aan mensen en bedrijven die in welke vorm dan ook meedenkt, meewerkt om de floating food farms tot een succes te laten uitgroeien. Veel delen is veel terugkrijgen. We krijgen een massa input, maar blijven gericht op ons uiteindelijke doel. Zeker met het oog op onze partners, gerenommeerde bedrijven*** die niet over een nacht ijs gaan, ons vertrouwen en waarmee we dit project van de grond gaan tillen.”
Geen tijd te verliezen
“We kunnen wachten met het uitvoeren van onze plannen tot voor alle onderdelen duurzame circulaire alternatieven voorhanden zijn. De klok tikt door, het blijft geen vijf voor twaalf. Daarom hebben we besloten te roeien met de riemen die we hebben. Dat is geen synoniem voor pas op de plaats; WUR gaat door met onderzoek naar materialen die straks beter blijken voor het milieu, maar nu nog niet of niet in voldoende mate voorhanden zijn. En wij gaan door met het uitbouwen van dit concept. Vervolgplannen, drijvende vakantiehuisjes, zijn al in een ver gevorderd stadium.”